Afgelopen tijd schreef ik meerdere blogs die ik niet heb gedeeld. Ik had de moed niet. Voelde me te kwetsbaar, onzeker, soms een beetje alleen. Vanochtend vroeg, bij een duik in het meer, vroeg ik me af of het woord ‘moed’ iets met ‘moeder’ te maken heeft. Dat zou ik gevoelsmatig best logisch vinden.

Podiumvrees
Mijn moed heb ik nodig nu. Voor mijn groeiende praktijk, bijvoorbeeld. Het is een voorrecht om met mensen te werken, maar het gaat geregeld met knikkende knieën. Een soort podiumvrees: elke keer moet het nú gebeuren. Het vraagt dat ik me open, elke keer opnieuw. Dat ik adem met wat in mij wordt geraakt. Soms is dat een heleboel. Ik ontmoet mensen die beter voor zichzelf zorgen dan ik. Die me meenemen naar plekken die ik ook liever vermijd. Die ineens weglopen. Of me de adem benemen. Die me zo direct raken in mijn hart, dat het voelt alsof ik ontplof. Mijn werk is wennen voor mijn gevoelige ziel. Waar haal ik de moed vandaan?

Aanmoediging
Moed is ook nodig in mijn moederschap. Om achter mijn kinderen te gaan staan als dat nodig is. En nodig was het, deze maand. Niet elke slag is gewonnen, maar ik ben er vol geweest. Ooit zag ik een interview met een moeder van een crimineel, die erop aangekeken werd dat ze haar zoon bleef steunen. ‘Wie anders is er nog voor hem?’ zei ze geëmotioneerd. ‘Ík ben zijn moeder. Ik mag altijd van hem blijven houden.’ Ze inspireert me al jaren aan om mijn moeder-plek vol in te nemen. Zeker als het moeilijk wordt.

Diepte
Moed is nodig voor mijn eigen proces. Iets in mij is wakker geworden, van een steentje dat naar de diepte zonk. Er is van alles in mij dat naar buiten wil. Dat wil groeien, roepen, dansen, huilen en uit haar vel wil springen. Dat zoekt naar woorden, naar verbinding en liefde. Dat aangekeken wil worden en geleefd. Ik ben er blij mee, maar al die deining past maar nét.

Moeder
Soms, als het zo spannend is, tast ik achter mij. Zoek ik contact met een moeder voor mij. Een moeder die mij stevig omarmt. Die zegt dat het mooi is geweest. Die me geruststelt, omdat ze mij makkelijk kan hebben en hartstochtelijk veel van mij houdt. Soms kan ik die moeder voelen. Ze zit in al die vrouwen op mijn weg, die mij zagen en mij niet te veel vonden.  Die mij op mijn plek wisten te zetten.  Die me mijn gemis lieten voelen en troostrijk waren. Ik ben ze dankbaar.

Maar inmiddels is deze moeder ook vindbaar in mij. Ze is er als ik haar nodig heb. Stevig, donker, met lachende ogen. Ze strijkt over mijn rug, maakt een grapje en blaast in mijn nek. ‘Gáán, jij,’ fluistert ze me toe. ‘Jij hebt alles in huis.’

Noot: Moed blijkt taalkundig niet gelinkt te zijn aan het woord moeder. Het is Germaans en verwant aan de woorden ‘gemoed’ en ‘woede’. Het woord ‘moederziel’ komt van het Duitse ‘mutterseelenalleine’, wat zoveel betekent als ‘zelfs door moeder verlaten’. Het woord ‘ziel’ werd gebruikt om het woord kracht bij te zetten. Wie zelfs door moeder verlaten is, is pas écht alleen.