Niet lang geleden had ik een aanvaring met mijn moeder. Ze vond het naar dat ze geen antwoord kreeg. Weliswaar van mijn dochter, maar ik ving dat op. Tenminste, ik deed een poging. Want iets raakte me zo hard dat ik boos werd. Boos om het afdwingen van contact. En verdriet om de herkenning van stilte als je uitreikt. Ik keek in een spiegel.

Na deze botsing sijpelde ‘geen antwoord’ door mijn dagen heen. Ik voelde ‘m in afgezegde afspraken, in haperend mailverkeer, in traag reagerende pubers, in een afstandelijke blik. Alsof ik steeds tegenover een stilte stond. Een oude, mistige stilte. Eindeloos en op slot.

‘Geen antwoord’ trok me nog verder naar binnen. Want plotseling herkende ik mijn eigen neiging om druk te zetten. Om af te dwingen waar ik voor ga. Uit contact te gaan om contact te krijgen. Naar voren te hellen, mijn blik te vernauwen en kracht te zetten. In de volle overtuiging dat het vanzelf niet komt.

Ik kauwde erop en zat er in. Een beetje in mijn eentje.

Maar gisteren had ik een ontwapenende ontmoeting. Er was ruimte voor diepe eerlijkheid. Ik sprak me uit, werd ontvangen en kreeg antwoord. En ik voelde mezelf terugkomen. Uit de mist, in mijn lijf. Dat was bevrijdend, maar er kwamen ook tranen. Tranen van opluchting en gemis.

De eerlijkheid die ik daarna voelde, bleef hangen. Zelfs verdriet kan smaken naar meer. Er was een zachtjes smelten, een ontspanning in mijn ogen, het was alsof mijn huid zich opende. En ik wilde hardop zeggen: geloof niet alles wat je ziet. Alles wat ik wil, is voelen dat je er bent.

 

We worden vaak (onbewust) gedreven door wat ons zeer doet. Soms lijkt het makkelijker om daar achter schuil te gaan. We zien op tegen pijnlijke gevoelens of zijn bang erdoor verzwolgen te raken. Maar niets is minder waar: er schuilt (nieuw) leven in jezelf gaan voelen. Tevoorschijn komen is wél een klus- daar hebben we een ander mens bij nodig. Ik begeleid je graag!