Onlangs maakte iemand een filmpje van mij. Een portret. Het was een ongekunsteld, spontaan en menselijk filmpje. Niks ingestudeerd, niks opgepoetst, gewoon ik. Toen hij het filmpje mailde, heb ik een stil plekje opgezocht. Daar heb ik mezelf bekeken, met kromme tenen en een rood hoofd. Dat ik het zo vreselijk vond om mezelf te zien, was nog de grootste schok. Zo doe ik dat dus. Ik durf vol lef de wereld in te roepen, maar ik doe het met mijn ogen dicht. Nu keek ik recht in mijn eigen dode hoek.

Imperfect
Het was alsof er een beeld sneuvelde, alsof ik mezelf met nieuwe ogen bezag. Niet alleen stoer, gevend en onverzettelijk, maar ook zoekend, vermoeid, verlangend. Ik zag plotseling iemand die ‘ook maar wat deed’. Het idee dat anderen dat niet zouden zien, omdat ik nou eenmaal de baas ben over het beeld dat ik neerzet, vond ik ineens lachwekkend. Het was duidelijk tijd om te ontspannen. Om te accepteren dat ik imperfect ben.

Potentie
Jezelf leren kennen stopt nooit. Gelukkig maar, want nieuwe perspectieven verruimen je werkelijkheid. Wie zegt geen verrassingen meer voor zichzelf te hebben, is waarschijnlijk gestopt met zijn ontdekkingstocht. Dat mag, gewoon tevreden zijn is ook een kunst. Mij lukt het niet- ik blijf nieuwsgierig naar dat wat ik niet zie, niet ervaar of niet weet. Naar de potentie die ik voel, maar nog niet leef.

Spiegel
Afgelopen week heb ik een grote spiegel in mijn huis gehangen. Contact maken met jezelf vraagt om een echte kijk op alles wat er is. Het valt niet mee, om mezelf in alle eerlijkheid te zien. Mondhoeken die wat meer zijn gaan hangen, kin iets te hoog, winterhaar, die vermoeide blik. Ik kijk en zie mijn leven, dat voorbij trekt. Ik kijk nog eens en zie wat ik allemaal vertel met mijn lijf. En langzaam maar zeker krijg ik zin om iets terug te zeggen.
Iets aardigs, dit keer.